Opwarming

Voor het vak beweging kregen we de opdracht om met zestien medestudenten een opwarming te geven. Iedereen kreeg een verschillende opwarming. Mijn opwarming was: 'Waar is mijn paddenstoel?'.


Na al de voorgaande opwarmingen van mijn medestudenten was het eindelijk mijn beurt.
Op 24 november 2011 mocht ik mijn opwarming uitvoeren.
Ik verzamelde mijn medestudenten op een witte lijn en ging voor hen zitten.

"Hallo, ik ben juf Joyce.
Ga maar allemaal op de witte lijn gaan zitten want ik kom jullie vandaag iets heel belangrijk 
vertellen. Zet jullie oren maar eens goed open.
Ik heb deze ochtend telefoon gekregen van de kabouters. Wie weet wat een kabouter is?
De kabouters vertelde me dat ze met alle kabouters een heel grote wandeling zijn gaan maken vlakbij hun paddenstoel in het bos.
Maar ze zijn zo ver gewandeld dat ze hun paddenstoelen niet meer terug vonden.
Ze vragen hen af of wij onze paddenstoel wel zouden terug vinden.
Zouden wij dit kunnen? Gaan we dit eens proberen?"

Over de volledige turnzaal lagen verschillende paddenstoelen verspreid met elk hun unieke versiering met een bijpassende ketting.

"Beste kabouters ga nu allemaal naar één paddenstoel.
Maar let op dat je op geen paddenstoel gaat staan, want dan gaan die kapot en dan zijn
de huisjes van de kabouters stuk. En dat willen we niet hé?
Kijk maar eens goed naar je eigen paddenstoel, naar de verschillende kleuren die er opstaan.
Wie is je kabouterbuur? Waar bevindt zich je paddenstoel?
Kijk maar eens heel goed, want straks gaan alle kabouters lopen/springen/kruipen in de zaal.
Je zal zien wat je moet doen aan de prent die ik omhoog steek.
Als ik een signaal geef moeten we onze eigen paddenstoel terugvinden! Gaat dit lukken?"

Toen ik de uitleg had gegeven, mochten de studenten vrij in de zaal rondlopen.
Op het fluitsignaal mochten de studenten naar hun eigen paddenstoel terug gaan.
Als de student problemen had met het terugvinden kon hij/zij naar zijn ketting kijken en aan de hand van de ketting de juiste paddenstoel terug vinden.



Om het spel af te ronden verzamelde ik de studenten terug aan de witte lijn in de zaal.
Ik feliciteerde hen dat ze het heel goed gedaan hadden en nu echte kabouters waren.

Eind goed, al goed. Alle kabouters hebben hun eigen paddenstoel kunnen terug vinden.